De joodse families

Onder dit kopje van onze website kunt u informatie over de onderzochte families vinden. Wij proberen zodanig desondanks aan gebrek van sommige bronnen zo duidelijk mogelijk hun leven te omschrijven. Wij hopen dat u door middel van deze verhalen een beeld kan krijgen over deze bijzondere familie's met hun nare, maar toch erg bijzondere ervaringen, want deze gebeurtenissen mogen nooit vergeten worden.


Familie Bierman

Sallandsestraat 33

De familie Bierman wonend aan de Sallandsestraat 33, bestond uit vader Mozes, moeder Hendrika en hun drie zonen, Jacob, Henry en Maurits Bierman.

Deze oorspronkelijke uit Sleen komende slagersfamilie vestigde zich weer in Coevorden op 26 september 1902, na enige tijd van weggeweest te zijn. De vader van Mozes Bierman, Jacob Bierman, een slager komt hier dan met zijn moeder te wonen. Hij ontmoet Rika Meijer en trouwt haar in 1907 te Oude Pekela. Zij krijgen vijf kinderen, waaronder zijn zoon Mozes Bierman. Jacob en zijn gezin betrekken een woning, annex slagerij, in de Sallandsestraat op nummer 33, die uitgroeit tot een succesvolle joodse slagerij.

Als in 1929 Jacob Bierman sterft, besluiten moeder Rika en zoon Mozes door te gaan met de slagerij. Mozes trouwt met zijn vrouw Hendrika Alida Aaltje Kooperberg  in 1933 te Raamsdonk. Hij krijgt met haar drie zonen: Jacob(1934), Henry(1937) en Maurits Isedoor Bierman(1939).  

Echter zal hun gelukkige, voorspoedige leven langzamerhand een wenteling krijgen. Als Coevorden in mei 1940 wordt bezet, zullen hun levens steeds meer worden bestempeld en de rassenwetten van Neurenberg een steeds grotere rol in hun leven gaan spelen. Op 2 oktober 1942 zal uiteindelijk het noodlot hen ook treffen.  Grootmoeder Rika(c.a. 62) Vader Mozes (34), moeder Hendrika (36), Maurits (3), Henry (5) en Jacob (8) worden op 2 oktober 1942 opgepakt en uiteindelijk vermoord op 21 mei 1943 in concentratiekamp Sobibor. De plaats waar grootmoeder Rika is vermoord is echter onbekend. 


Familie van Coeverden

Tramstraat 1

De middelste man is Samuel van Coeverden destijds in kamp Vught.
De middelste man is Samuel van Coeverden destijds in kamp Vught.

De familie van Coeverden woonde aan de Tramstraat 1. Het gezin bestond uit vader David van Coeverden die geboren werd op 23 februari 1877 te Coevorden, moeder Schoontje Meijer-van Coeverden geborene 14 januari 1876 te Oude Pekela, dochter Betsie van Coeverden geborene 17 maart 1915 te Coevorden en zoon Samuel van Coeverden geborene 8 februari 1920 te Coevorden. David van Coeverden was veehandelaar en hij kreeg samen met zijn vrouw Schoontje in totaal zes kinderen.

 

Op 17 augustus 1942 moest Samuel zich melden voor het werkkamp in Linde. Ook zijn broer Maurits moest zich melden voor hetzelfde transport naar het werkkamp Linde en kreeg de opdracht van zijn vader om te zorgen dat zijn broertje weer veilig thuiskwam. Samuel en Maurits hebben uiteindelijk het werkkamp in Linde, het doorgangskamp Westerbork en het gevangenekamp Vught overleefd. David, Schoontje en dochter Betsie zijn opgepakt in de verschrikkelijke nacht van 2 oktober 1942 en werden naar doorgangskamp Westerbork getransporteerd. Vader, moeder en dochter werden vervolgens begin november gedeporteerd naar concentratiekamp Auschwitz waar David op 65-jarige leeftijd, Schoontje op 66-jarige leeftijd en Betsie op 27-jarige leeftijd werden vermoord. 


Familie van Coevorden

Friesestraat 16

Aan de Friesestraat nummer 16 woonde de familie van Coevorden die bestond uit: Ernst van Coevorden en Rachel van Coevorden-Vos.  De familie van Coevorden is oorspronkelijk afkomstig uit Duitsland, Mistelfeldt. Izak Mozes, een verre grootouder kocht in 1765 samen met zijn vrouw Hendrina Salomons van Raalte burgerschap van Coevorden. Deze grootouder en zijn nakomelingen namen de naam van Coevorden aan, uit blijk van waardering voor de stad Coevorden.

Ernst en Rachel trouwden met elkaar op 19 december 1911 te Coevorden, zij kregen samen vier kinderen: Herta alias Jetta(1912), Siegfried alias Fritz(1916), Sophie alias Adina(1917) en Louis(1919). Ernst en Rachel hadden samen een manufacturenwinkel. Ook werd dit echtpaar, Ernst(62) en Rachel(57) in de nacht van 2 oktober 1942 opgepakt en op 17 oktober 1942 vermoord in concentratiekamp Auschwitz. Sommige kinderen hebben de oorlog echter wel overleefd..

Herta (Jetta) is door haar man uit de trein gegooid en heeft kunnen onderduiken in Nijmegen en heeft op deze manier de oorlog weten te overleven. Na de oorlog heeft Jetta haar twee kinderen samen met Louis opgehaald bij hun pleegouders.

Siegfried (Frits) heeft de oorlog niet overleefd en kwam met zijn vrouw Martha om in 1945. Op 13 augustus 1943 kregen Frits en Martha een kind, Ernst. Hij werd ondergebracht bij een pleeggezin die Jetta en Louis na de oorlog samen hebben opgezocht. Helaas wilde pleegmoeder geen contact en schreef in een brief dat zij Ernst mocht houden als zijn ouders hem niet op zouden komen halen. Uiteindelijk hebben er twee rechtszaken plaatsgevonden, waarbij tussentijds de pleegmoeder kwam te overlijden, hierdoor zijn  Jetta en Louis in contact gekomen met Ernst. Sophie (alias Adina), ook hun zus, heeft Ernst uiteindelijk officieel geadopteerd en overleefde ook de oorlog.

Louis van Coevorden heeft de oorlog ook overleefd. Voor de oorlog op 15 januari 1942, vanuit Den Haag vluchtte Louis samen met een vriend, Max Weisglas en de gebroeders Sanders naar het buitenland. Met Belgische identiteitspapieren vluchtten de mannen naar Zwitserland, waar ze op ‘skivakantie’ gingen. Aangezien de mannen geen flauw benul hadden hoe ze moesten skiën, keken ze af bij een groepje Duitse militairen die skicursus kreeg. Helaas wordt een van hun vrienden gesnapt, omdat zijn papieren niet voldeden, waardoor hij terug op de trein moest naar Brussel. Daarop besloot de rest verder te reizen, omdat het ski-oord te gevaarlijk werd. Op 8 februari vertrekken ze samen met een passeur om 1 uur ’s middags voor een skitocht, na een uur neemt de geleider afscheid en houden ze het oosten aan zoals gegeven in de instructies, op naar Zwitsers grondgebied. Vanwege de onzekerheid of ze veilig waren en zich niet in Frans gebied bevonden, skieden ze wat verder en durfden aan te kloppen bij een boerderij, gelukkig bij de juiste, degene daarvoor bevond zich namelijk nog in Frans gebied waar de Duitse patrouille regelmatig langskwam. Uiteindelijk vluchtten ze via Vichy-Frankrijk naar Spanje, daar aangekomen werden ze verder geholpen door de Nederlandse ambassade. Louis meldt zich hierna aan bij de RAF en keert na de oorlog terug naar Nederland. Na zijn huwelijk met Magda Hollander in 1946 en het krijgen van zijn twee kinderen gaat hij met hun en zijn neefje Ernst naar Israël.Hier laat hij zijn naam veranderen in Yehuda Shimoni, hij wilde hier een boer worden. Maar dit liep toch anders af, de Haganah (geheime dienst) had andere plannen met hem, ze hadden namelijk vliegers nodig voor het smokkelen van oud Duits legermaterieel uit Praag. Hierdoor kwam Yehuda uiteindelijk bij de geheime dienst terecht en kreeg in 1958 te horen dat Adolf Eichmann in Argentinië was ontdekt, een SS’er. Hij pakte in deze operatie de SS’er Adolf Eichmann op en werd beroemd vanwege dit verhaal. Yehuda Shimoni overleed in 2001.


Familie Kan

Sallandsestraat 4

Familie Kan woonde aan de Sallandsestraat 4. Een familie die bestond uit Andries geborene 26 oktober 1873 te Meppel en zijn vrouw Jetje geborene 20 december 1872 te Coevorden. Zij kregen samen twee kinderen, Vogelina geborene 29 december 1912 te Coevorden en Izak geborene 24 december 1918 te Coevorden.

 

De familie had een ijzerwarenhandel aan de Sallandsestraat en kwam oorspronkelijk uit Hoogeveen. Tijdens de nacht van 2 oktober werden Andries en Jetje Kan opgepakt en gedeporteerd naar Auschwitz. Jetje werd vermoord op 69-jarige leeftijd op 29 oktober 1942 te Auschwitz. Andries werd op 69-jarige leeftijd vermoord op 2 november 1942 in Auschwitz. Zoon en dochter hebben de oorlog echter wel overleefd.

 

 


Familie Krammer

Aleida Kramerstraat 18

De familie Krammer wonend aan de Aleida Kramerstraat 18, bestond uit vader Izaak, moeder Rebecca, dochter Aleida Bardina en zoon David Krammer. Izaak Krammer is de zoon van David Krammer, de rabbijn. De familie Krammer is oorspronkelijk afkomstig uit Leeuwarden.

 

Izaak en Rebecca Krammer trouwden op 20 juli 1921 te Coevorden. Zij kregen drie kinderen samen: Mietje (1922), Aleida Bardina(1926) en David (1930). Rebecca was tot aan de bezetting lerares op de Parkschool, maar tijdens de bezetting werd zij aangesteld als lerares op de Wilhelminaschool. In februari 1941 kreeg ze ontslag, aangezien geen enkele jood een overheidsfunctie mocht hebben. Hierna werd zij aangesteld als lerares op de joodse school tegenover de synagoge.

 

Op  20 juli 1942 werd Izaak Krammer met vier andere joodse mannen opgepakt en naar werkkamp Vledder gebracht. Vervolgens werden Rebecca, Aleida Bardina en David in de nacht van 2 oktober 1942 opgepakt en naar Westerbork getransporteerd en diezelfde nacht ook Izaak. Vervolgens is het gezin in januari 1943 getransporteerd naar Auschwitz, het is niet duidelijk of het gehele gezin in één keer is getransporteerd. Uiteindelijk werden Izaak (52) Rebecca (47), Aleida Bardina (16) en David (12) op 13 februari 1943  in Auschwitz vermoord. Dochter Mietje heeft de oorlog wel overleefd.


Familie Krammer

van Heutzsingel 25

Familie Krammer oorspronkelijk afkomstig uit Leeuwarden en wonend aan de van Heutzsingel 25 bestond uit David Krammer, de rabbijn, moeder Mietje Krammer-Keizer en hun twee kinderen, Bardiena en Bernard Krammer. Zijn zoon Bernard, was adjunct-commies bij de PTT.

David Krammer was de rabbijn van Coevorden en godsdienstonderwijzer in de Joodse school. Het was een zeer geliefde rabbi onder de Coevordenaren en beoefende zijn vak al meer dan 40 jaar. Hij trouwde met Mietje Keizer op 22 november 1884 te Leeuwarden. Zij kregen in totaal met elkaar elf kinderen, waaronder naast Bardiena, Bernard en Izaak. Bardiena en Bernard bleven thuis wonen, maar Izaak was woonachtig in Coevorden met zijn eigen gezin. 

Maar ook David en zijn gezin werden getroffen door deze verschrikkelijke nacht, 2 oktober 1942, waarbij ze werden opgepakt en op transport naar Westerbork werden gezet. David(79), zijn vrouw Mietje(78) en zijn dochter Bardiena(57) werden op 29 oktober 1942 vermoord in Auschwitz. Bernard werd op 19 februari 1942 op 47-jarige leeftijd in Auschwitz vermoord.


Familie Sanders

Bentheimerstraat 29

In de Bentheimerstraat op nummer 29 woonde familie Sanders. Het gezin bestond uit fotograaf, vader Comprecht en zijn vrouw Marianne die gemeentelijk vroedvrouw was. Ze waren een bekende familie in Coevorden, zo was Marianne onder andere lid van het Groene Kruis en zat in verscheidene liefdadigheids commissies.

De familie Sanders kwam oorspronkelijk uit Groningen,  Salomon Sanders, de vader van Comprecht was ook fotograaf in de Nieuwe Ebbingestraat in Groningen . Comprecht volgde het pad van zijn vader en opende  als oud-leerling van de tekenacademie in Groningen, die vandaag de dag beter bekend staat als kunstacademie Minerva,  zijn eigen atelier op eerste pinksterdag 1906 aan de Stationsstraat (nu Friesestraat). Hij noemde zijn atelier eerst ‘De Sport’, maar veranderde de naam en noemde het Fotografisch atelier ‘Sanders’. Naast fotografie maakt Sanders ook naam als restaurator van beschadigde, oude en verbleekte foto’s.

In juni 1909 trouwde Comprecht met zijn vrouw, Marianne, samen kregen zij drie zonen: Salomon (1910), Gustaaf(1911) en Ferdinand(1914) Sanders. In maart 1914 kocht Comprecht het pand aan de Bentheimerstraat genummerd 29 en 31. In 1923 werd het oude huis gesloopt en liet hij een nieuwe woning met atelier bouwen. Comprecht beoefende het vak fotografie en leefde met zijn vrouw aan de Bentheimerstraat tot de verschrikkelijke nacht die aanbrak op 2 oktober 1942. Comprecht(59) en Marianne(61) werden opgepakt en in concentratiekamp  Auschwitz op 12 oktober 1942 vermoord.

Echter overleefden twee van de drie zonen wel de oorlog, Ferdinand en Gustaaf. Zoon Salomon werd opgepakt in Enschede, waar hij op dat moment woonde en stierf 24 oktober 1941 in concentratiekamp Mauthausen. 

Zoon Ferdinand volgde een opleiding aan een vakschool voor juweliers te Schoonhoven. Hij opende daarna een winkel in Eindhoven in 1944. De juwelierszaak begon als een horlogemaker werkplaats met reparaties voor Amerikanen en Canadezen. Daarna opende hij in 1952 de juwelierszaak, zijn eerste pand, genaamd Juwelier Ferdinand Sanders. Vandaag de dag kunt u de juwelierszaak vinden in het winkelcentrum Woensel in Eindhoven. Daarnaast won Ferdinand ook een prijs voor een werkend horloge die hij zelf in elkaar had gezet met zelfgemaakte onderdelen.

Zoon Gustaaf komt te wonen in Eindhoven en richt daar Sanders meubelstad op, een meubelzaak zoals wij die nu nog steeds kennen met meerdere winkels verspreid over het gehele land. Een bedrijf met een heuse omzet per jaar.


Familie Vos

Bentheimerstraat 54a


                                Dochter Jeanne Vos
Dochter Jeanne Vos

De familie Vos wonend aan de Bentheimerstraat 54a was een slagersfamilie die oorspronkelijk afkomstig was uit Berkich, Duitsland. Izak Vos, geboren op 20 juli 1894 te Coevorden runden samen een slagerij met zijn vrouw, Henriette Cutzien-Vos, geboren op 10 februari 1901 te Oldenzaal. Zij kregen samen in totaal twee kinderen,  zoon Jozeph, geboren op 2 april 1927 te Coevorden en een dochter Jeanne, geboren op 27 juli 1932 te Coevorden.

Op 20 juli 1942 werd Izak Vos opgepakt en naar het werkkamp Vledder gebracht met vijf andere joodse mannen en werd uiteindelijk in de nacht van 2 op 3 oktober op transport gezet naar Westerbork. Ondanks de bedoelingen van de nacht van 2 oktober, mochten Henriette en de kinderen thuis blijven om te herstellen, zij hadden namelijk last van dysenterie. Echter werden Henriette en de kinderen per auto door de politie op 11 oktober 1942 naar Westerbork gebracht, zij waren namelijk voldoende hersteld.

 

 Uiteindelijk zal Izak op 49-jarige leeftijd worden vermoord op 31 maart 1944 in de Reichsautobahnlager in Rzędziwojowice (in het Duits Annaberg) Polen. Dit was een kamp bedoeld voor de zogeheten Arbeitseinsatz, een kamp dat gedwongen goederen produceerde om de Duitse oorlogseconomie draaiende te houden tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Henriette en Jeanne worden bij aankomst in kamp Westerbork gelijk op transport gezet en worden op 19 oktober 1942, op 41-jarige en 10-jarige leeftijd vermoord in concentratiekamp Auschwitz. Hun zoon Jozeph is op 16-jarige leeftijd op 31 maart 1943 vermoord in Midden-Europa.

 

Na het vertrek van familie Vos, trok er een nieuwe winkelier in het pand van slagerij Vos. Een Limburger genaamd Cathrinus de Vries die een ijssalon genaamd ‘De Witte Ballon’.  Hij was een NSB'er en zal uiteindelijk tijdens de bevrijding ten schande worden gemaakt en door de hele stad worden gevoerd in een motorzijspan met een bord met de tekst: ‘De Witte Ballon Staatsvijand no. 1’ (zie fotoalbum)

 

Een stuk uit de Provinciale Drentsche en Asser Courant (26-8-1948) over de Witte Ballon:

 

‘Met ''De Witte Ballon" kwam een onruststoker naar Coevorden nam ijs... en hagel mede’

‘Dat de vishandelaar Cathrinus de Vries in Januari 1943 uit het verre Limburg helemaal naar Coevorden kwam, om daar onder de veelzeggende naam ‘’De Witte Ballon" een ijssalon te openen, er zal wel niemand geweest zijn, die het hem kwalijk nam. Immers, zijn vrouw verlangde naar rust vooral toen het huis in Roermond aan een bombardement ten offer was gevallen, werd dit verlangen wel heel sterk. In plaats van rust te zoeken, kwam de Vries echter de rust verstoren, want behalve zijn ijsjes nam hij ook nog een grote dosis sympathie voor het nationaal-socialisme mede naar het oude Drentse stadje. Zolang hij zijn witte jasje droeg, ging het nog, maar toen dit in de jaren 1944 en 1945 meer en meer plaatsmaakte voor het zwarte landwachtersuniform, bleek al spoedig, dat hij zich hierin minstens zo goed thuis gevoelde. Stond hij niet in zijn „Witte Ballon" dan was de reeds 60-jarige Limburger wel op pad, om of in Coevorden of inde naaste omgeving naar menselijke prooi te speuren. Hierbij ging hij veelal niet bepaald zachtaardig te werk, wat trouwens van hem ook niet te verwachten viel, gezien het feit, dat hij reeds elf keer veroordeeld werd, waaronder ook enkele malen wegens mishandeling’


Familie van Zuiden

van Eijbergenstraat 2

 

Postbode Marcus van Zuiden woonden samen met zijn vrouw Catrina Odewald aan de van Eijbergenstraat op nummer 2. De familie van Zuiden kwam uit Hoogeveen en was voor de Coevordenaren een vrij onbekende familie.  Na de bezetting van Nederland op 10 mei 1940, baarden Catrina en Marcus zich steeds meer zorgen, zij waren bang voor de consequenties van de rassenwetten en de antisemitische plannen van de Duitsers. Op de nacht van 2 oktober 1942 was het dan zover, Marcus van Zuiden werd opgepakt, maar zijn vrouw niet. Zij lag namelijk op dat moment in het ziekenhuis. Marcus werd vermoord op 17-10-1942 in Polen. Kort daarna kwam zijn vrouw in Coevorden te overlijden op 26 oktober 1942.